VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De zelden vertoonde turbulentie op financiële markten raakt nu ook langzaam de reële economie. Een groot aantal bedrijven moest eerder afgegeven doelen bijstellen. In het huidige nerveuze beursklimaat kunnen aandelen rekenen op weinig genade als de outlook tegenvalt. Een blik op de cijfers uit het derde kwartaal en de outlooks voor de rest van 2022.

Inflatie in plaats van deflatie, hogere in plaats van lagere rentes en geen groei maar een recessie. 2022 gaat misschien wel de boeken in als het vreemdste beursjaar ooit.

En dat is ook af te lezen aan het aantal keren dat bedrijven hun financiële doelstellingen naar boven of beneden moesten bijstellen. In de laatste negen maanden gebeurde dit tientallen keren, en vooral bij de derdekwartaalcijfers viel op dat bedrijven uitgaan van gure laatste drie maanden dit jaar.

De ene aanpassing is de andere niet. Terwijl sommige bedrijven zich beperkten tot omzetprognoses zijn er andere ondernemingen die ook vooruitzichten met beleggers delen over operationeel resultaat, nettowinst of kasstroom.

Om enige orde te scheppen in de waaier aan outlook-veranderingen hebben we uitgesplitst welke waarschuwingen betrekking hebben op de omzet en welke op de winstgerelateerde maatstaven: de winnaars, verliezers, stagflatie-bedrijven, en de vreemde eendjes.

1. De winnaars: hogere omzet, hogere winst
Veel bedrijven profiteerden dit jaar van een hogere omzet omdat het in het inflatoire klimaat makkelijker is om hogere prijzen in rekening te brengen. Maar slechts een beperkt deel van de bedrijven geeft een omzetdoelstelling af – een winstoutlook zonder omzetverwachting is gebruikelijker. Van de kleine groep die zowel een winst- als een omzetverwachting afgaf, wist alleen SBM Offshore zowel een stijgende winst als omzet te rapporteren.

SBM Offshore verhoogde bij de derdekwartaalcijfers voor de tweede keer de doelstellingen voor 2022. Het bedrijf uit Schiedam verhuurt omgebouwde olietankers aan spelers als Shell en Exxon die de drijvende platforms gebruiken voor het omhoogpompen, opslaan en overladen van olie uit de zeebodem. Bij de kwartaalcijfers liet topman Bruno Chabas weten dat het meeviel met de vooraf ingecalculeerde effecten van corona en inflatie.

SBM Offshore had een goed jaar dankzij de gestegen olieprijs. Oliewinning op zee is, vooral ver buiten de kust, kostbaar. Daarom is een hoge olieprijs hard nodig om de kosten en het risico van deze vorm van oliewinning te compenseren. Boven een bepaalde olieprijs wordt deze wijze van oliewinning pas aantrekkelijk. Dit blijkt ook wel uit het feit dat SBM Offshore dit jaar nieuwe orders binnenhaalde.

Geen doelen, wel beter
Ahold Delhaize verhoogde dit jaar al drie maal de winstverwachting, maar gaf nooit een omzetdoel af. Wel zijn analisten steeds positiever gestemd over de omzetontwikkeling. Zij gaan er nu van uit dat de verkopen in 2022 met 85 miljard euro zo’n 12 procent hoger zullen uitvallen dan de ramingen van begin dit jaar. Het concern, dat 64 procent van de verkopen met z’n Amerikaanse winkelketens realiseert, profiteert volop van de gestegen dollarkoers en van het doorberekenen van de inflatie.

Een laatste speler in deze categorie is Air France-KLM. De luchtvaartmaatschappij kende een vliegensvlug herstel – ondanks problemen op Schiphol en hogere brandstofprijzen. Topman Ben Smith ging eerst uit van een operationeel breakeven-resultaat, maar werd gedurende het jaar steeds positiever. De Canadees denkt nu dat een operationele winst van meer dan 900 miljoen binnen bereik ligt. Door de stevige inhaalvraag kon de maatschappij de ticketprijzen fors opschroeven, en dat betekent een hogere marge. Net als Ahold Delhaize geeft Air France-KLM geen omzetoutlook. Maar analisten schroefden hun taxaties gedurende het jaar fors op.




2. De verliezers: lagere omzet en lagere winst
Bedrijven die bij gestegen prijzen moeten waarschuwen voor minder omzet en winst, hebben een kwetsbaar verdienmodel. In deze categorie vallen PostNL, Philips en – in mindere mate – lichtconcern Signify. De aandelen van deze bedrijven staan fors lager dan begin dit jaar.

PostNL misrekende zich door fors te investeren in extra capaciteit met het idee dat groei van de pakkettenmarkt zou doorzetten na de pandemie. Maar de groei valt terug, en door inflatie en felle concurrentie van spelers als DHL staan de resultaten onder druk. PostNL zag zich recent genoodzaakt de guidance voor de operationele winst en vrije kasstroom in 2022 helemaal in te trekken. Het geeft aan dat het vierde kwartaal guur wordt.

Bij Philips is apneugate niet het enige probleemdossier op het bordje van de nieuwe ceo Roy Jakobs. Het orderboek voor grote medische apparaten zit vol, maar het bedrijf heeft moeite met het leveren van MRI-scanners en andere apparatuur vanwege haperende toeleveringsketens. Daarnaast heeft het bedrijf last van een tegenvallende vraag in de divisie waar de slaapapneu-apparaten in vallen. De reputatieschade raakt nu dus ook de omzet.

Philips geeft geen concrete winstdoelstelling, maar wel een outlook voor de operationele marge. Die halveerde bijna, van circa 12,5 procent naar 6 tot 7 procent. De verwachte omzetgroei moest het ook ontgelden en ging van een bescheiden groei naar een krimp van zo’n 5 procent.

Signify moest dit jaar twee keer de doelstellingen terugschroeven. Bij de halfjaarcijfers werd de vrijekasstroom-outlook met ruim een kwart verlaagd en bij de derdekwartaalcijfers ging de omzetgroeidoelstelling met een paar procentpunt naar beneden. Het bedrijf wees onder meer op een verslechtering van eindmarkten in China.

3. Twee kanten: hogere omzet, lagere winst
Bij veel bedrijven stijgt de omzet minder hard dan de kosten. Dit is de categorie stagflatiebedrijven. Personeel vraagt loonsverhogingen, leveranciers sturen hogere facturen en ondertussen moeten deze bedrijven proberen een hogere prijs te vragen aan eigen klanten die kampen met een historisch verlies aan koopkracht.

Een bekend voorbeeld in deze categorie is Unilever. De Britse producent van wasmiddelen, persoonlijke verzorging en levensmiddelen voerde dit jaar stevige prijsverhogingen door. Anderzijds klaagt het bedrijf ook over sterk oplopende kosten voor palmolie, chocola en verpakkingsmateriaal. De kosten stijgen op korte termijn harder dan de omzet, waardoor de marge terugloopt. Zo kan het dat Unilever bij de derdekwartaalcijfers waarschuwde dat de verkopen hoger zullen uitvallen dan aanvankelijk gedacht, maar de (operationele) winst juist lager. Het bedrijf vroeg beleggers al eerder geduld als het gaat om het doorberekenen van hogere inputkosten. Topman Alan Jope wees erop dat dit proces in het verleden bij Unilever tot wel een jaar of twee kon duren.

Ook biochemieconcern Corbion liet weten dat de verkopen in 2022 door stevige prijsverhogingen hoger zullen uitvallen dan eerder aangenomen. Maar de ebitda-marge zal aan de onderkant van de afgegeven bandbreedte van 12 tot 15 procent uitkomen. Waar het bedrijf, dat melkzuur en melkzuurderivaten produceert voor bijvoorbeeld plastics, eerder uitging van een extra kostenpost in verband met inflatie van 90 miljoen euro, moest dit bedrag worden opgetrokken naar 150 miljoen euro. De vrees is bovendien dat de druk op de winst(marge) niet alleen door de hogere grondstofrekening komt, maar ook door fellere concurrentie. Amerikaanse en Chinese concurrenten hebben onlangs hun productiecapaciteit opgevoerd; dat maakt het mogelijk lastiger voor Corbion om prijsverhogingen door te voeren.

Optimisme sijpelt weg bij presentatie derdekwartaalcijfers 


- De verwachtingen van bedrijven voor het vierde kwartaal zijn uitgesproken voorzichtig. De problemen komen uit verschillende hoeken: kostenstijgingen door de inflatie, verminderde koopkracht onder consumenten met afnemende vraag tot gevolg, en tot slot een toeleveringsketen die volgens veel bedrijven nog hapert.

- Alfen stelde beleggers zelfs teleur terwijl het de financiële doelstellingen onveranderd liet. De fabrikant van elektrische laadpalen en transformatorstations wist de eigen verwachting die het aan het begin van het jaar nog communiceerde ruimschoots te overtreffen. In zowel het eerste als het tweede kwartaal werd de jaaromzet-outlook naar boven bijgesteld. Ook de winstgevendheid profiteerde mee; de ebitda (winst voor afschrijvingen, rente en winstbelasting) van 61,8 miljoen euro lag in de eerste negen maanden van dit jaar ruim 150 procent hoger dan in dezelfde periode in 2021.

- Waar Alfen na de eerste twee kwartalen de handen op elkaar kreeg van beleggers, zakte de koers op de derdekwartaalcijfers met bijna 15 procent weg. Bijna alle koerswinst van 2022 werd zo opgegeven. Het was wel enigszins opmerkelijk; de omzet in het derde kwartaal verdubbelde naar 123 miljoen euro, een uitzonderlijk snelle stijging. De teleurstelling zat in het feit dat de outlook voor de omzet voor heel 2022 gelijk werd gehouden. De omzet zal in het vierde kwartaal tussen de 80 en 140 miljoen euro uitkomen.

- Koersreacties zijn vooral een spel van verwachtingen. Beleggers waren gewend geraakt aan een verhoging van de guidance, en die bleef uit voor het vierde kwartaal. Sterker: door de ruime bandbreedte van de omzetdoelstelling is niet uit te sluiten dat de verkopen lager zullen uitvallen dan in het derde kwartaal. Dat zou een grote teleurstelling zijn voor beleggers, die er mogelijk van uitgingen dat Alfen de hoge groeicijfers kan vasthouden. Alfen liet weten dat de mogelijk tragere omzetgroei het gevolg is van verstoringen in de toeleveringsketen.


4. Uitzonderlijk: meer winst op lagere omzet
In de categorie meer winst op een lagere omzet zit maar één bedrijf: Just Eat Takeaway. Het is een wat vreemde uitkomst in een inflatoire wereld, die alles te maken heeft met de wens van opstandige aandeelhouders dat JET winstgevender zou worden.

In 2020 presteerde de maaltijdbezorger sterk: meer restaurants sloten zich aan bij JET én er kwamen veel nieuwe klanten bij die maaltijden bestelden. Maar al snel ontstond een felle concurrentiestrijd met andere maaltijdbezorgers als Uber Eats, Deliveroo en DoorDash. Het gevolg: maaltijden werden tegen bodemprijzen bezorgd voor restaurants. Met als resultaat: grote verliezen onderaan de streep.

De boodschap van beleggers was helder: verleg de aandacht van groei naar winstgevendheid. Topman Jitse Groen wilde hier lang niets van weten, maar dit jaar werd toch een kentering in de aanpak zichtbaar. In het voorjaar vertrok het bedrijf uit de verlieslatende markten Noorwegen en Portugal. In de zomer vertrok het bedrijf uit Roemenië en stopte het met bezorging in de meeste Franse steden.

Afscheid van die bleeders zorgt weliswaar voor een lagere omzet, maar komt de winstgevendheid ten goede. Ook de concurrentie wil winstgevender worden. Deliveroo vertrok eerder uit Spanje en is nu bezig met een vertrek uit Nederland en Australië. Dat zal op termijn het marktaandeel van JET ten goede komen en besparingen opleveren op de marketingkosten. JET gaat nu uit van een licht positief bedrijfsresultaat (ebitda) in de tweede helft van het jaar.

Afstraffing op de beurs na intrekken outlook


- Beleggers straffen bedrijven die hun beloftes niet waar kunnen maken, keihard af. De aandelen van deze groep bedrijven, waar PostNL en Philips onder vallen, daalden dit jaar met ruim 30 procent. De groep bedrijven die wel de outlook verhoogde, waaronder Ahold en KPN, leverde een vrijwel vlak aandelenrendement op. De aandelen van de groep die overbleef – bedrijven die niet terug hoefden te komen op beloftes – daalden circa 7 procent.

- In de groep verliezers zitten bedrijven die hun guidance naar beneden bijstelden, zoals PostNL en ASML. Hierbij keken wij naar het aantal bijstellingen, dus tweemaal omlaag en eenmaal omhoog blijft een negatief saldo. Een paar bedrijven, waaronder Philips en PostNL, moesten beleggers liefst drie maal waarschuwen voor lagere resultaten.

- Er waren dit jaar ook bedrijven die hun outlook opschroefden. Die groep werd beloond met een gemiddelde koerswinst van een procentje. Hier zijn vooral bedrijven te vinden die niet zo gevoelig zijn voor het wel en wee van de economie. Denk aan Ahold, KPN en Wolters Kluwer.

- De laatste groep bestaat voornamelijk uit bedrijven die vasthielden aan hun doelstellingen. In deze groep zitten ook bedrijven die helemaal geen jaardoelstelling afgaven. Denk hier aan de banken en cyclische bedrijven als staalfabrikant ArcelorMittal of Shell. Het voordeel van het niet afgeven van een guidance is dat deze niet verlaagd hoeft te worden. Daarnaast hebben juist cyclische bedrijven in de grondstoffensector een goed jaar achter rug, wat het gemiddelde van de groep een duwtje omhoog geeft. Ook banken en verzekeraars presteerden relatief sterk, onder meer doordat de hogere rente goed is voor de winstmarge.


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap